Zintuigen van het Stokstaartje

 

Hieronder zal ik wat vertellen over de zintuigen van het Stokstaartje. Ik zal gaan vertellen welke zintuigen het Stokstaartje heeft en welke de belangrijkste zijn. Bij elk zintuig die ik zal gaan noemen, noem ik ook op welke prikkel dit zintuig reageert. Ook zal ik 1 zintuig uitwerken en er dus meer informatie over geven.

 

Het stokstaartje heeft goed ontwikkelde zintuigen. Dit is natuurlijk ook wel nodig aangzien het Stokstaartje veel vijanden heeft. Hieronder ze alllemaal:

 

De ogen

Het vermogen om te kunnen zien is één van de meest belangrijke en dus ook meest ontwikkelde zintuigen van het Stokstaartje. Dit zintuig, de ogen dus, reageren op licht. Licht is dus de adequate prikkel van de zintuigcellen in het oog van het stokstaartje. De zintuigcellen in je ogen liggen goed beschermd in je oogkassen. De wenkbrauwen boven de ogen zorgen ervoor dat er geen vuil en stof in de ogen van het stokstaartje komt. De wimpers van het stokstaartje beschermen de ogen tegen vuil en licht. Stokstaartjes hebben een donkere rand om hun ogen (zie foto). Deze rand zit er, zoals altijd in de biologie, niet alleen voor de sier. De donkere randen rond de ogen van het Stokstaartje absorberen licht. Vrij handig want op de plek waar ze leven is veel zon. Het witte gedeelte van het oog van het Stokstaartje heet het harde oogvlies. Dit vlies beschermt het oog van het Stokstaartje. Het gekleurde gedeelte van het oog heet de iris en daarin zit een pupil. Over de iris en de pupil heen ligt het hoornvlies. De pupil is eigenlijk gewoon een gaatje in het oog van het stokstaartje.  Tranen hebben bij mensen natuurlijk niet alleen de functie om verdriet uit te drukken maar ook om de ogen schoon te spoelen. Bij dieren is dat niet anders. Bij het stokstaartje worden tranen gebruikt om de ogen van het stokstaartje schoon te spoelen. De tranen worden geproduceerd in de traanklieren en hier wordt dus traanvocht geproduceerd. In de ogen van het stokstaartje zitten kleine gaatjes. Deze gaatjes leiden naar de traanbuizen waardoor het traanvocht wordt afgevoerd naar de neusholte. Aan alle kanten van het oog zitten de zogenaamde oogspieren. Dankzij deze spieren kunnen de ogen vrij bewegen. Het oog van het stokstaartje is voor het grootste gedeelte met een geleiachtige massa genaamd het glasachtig lichaam. De wand van het oog van een stokstaartje bestaat uit 3 lagen. Dit zijn: het harde oogvlies, het vaatvlies en het netvlies. Het harde oogvlies is wit van kleur en gaat langzaam over in het hoornvlies. Het hoornvlies is doorzichtig, zo kan licht het oog binnenvallen. De middelste laag is het vaatvlies. Hierin zitten veel bloedvaten. Het zorgt voor de voeding in het oog. De functie van het vaatvlies is het bevoorraden van het oog qua zuurstof en voedingsstoffen. Het vaatvlies gaat over in de iris. De pupil is daar de opening in. De binnenste laag van het oog heet het netvlies.Hierin liggen de zintuigcellen. Als er licht op valt worden deze geprikkeld. Er onstaan dan impulsen die via de oogzenuw naar de hersens van het Stokstaartje worden geleid. In het midden van het netvlies ligt de gele vlek. Met de zintuigcellen die hierin liggen ziet het stokstaartje het scherpst.Bij de plaats waar de oogzenuw het oog verlaat, zit een gebied die we de blinde vlek noemen. Achter de iris en pupil zitten de lens. Die stelt het beeld wat een stokstaartje ziet scherp.

 
 

De oren

Ook de oren zijn erg belangrijk voor het stokstaartje. Met de oren hoort het stokstaartje bijvoorbeeld of er gevaar aankomt. De oren reageren op geluid dat bestaat uit trillingen. We zeggen dan dus ook dat de adequate prikkel van de oren geluid oftewel trillingen is. De oren van het stokstaartje zijn ongeveer net zo goed als de oren van de mens. Met zijn oren kan het stokstaartje bijvoorbeeld het verschil horen tussen een ongevaarlijke gier en een levensbedreigende adelaar. Bij het Stokstaartje zitten er niet echt oren aan de zijkant van zijn hoofd net als bij de mens maar zijn het meer een soort van gaten waarin trillingen binnenkomen om vervolgens omgezet te kunnen worden in geluid.

De Neus

Het stokstaartje bezit ook een goede neus die onmisbaar is bij het zoeken naar prooidieren. Hij gebruikt zijn neus ook bij het herkennen van soortgenoten en bij het herkennen van zijn territorium of van het territorium van andere dieren. De neus reageert op geur. De adequate prikkel van de zintuigcellen in de neus van het stokstaartje is dus geur. De neus van het stokstaartje lijkt deels op die van een mens. In de neus van het stokstaartje bevindt zich het neusslijmvlies. De neusholte van het stokstaartje is hiermeer bekleed, In het bovenste deel van het neusslijmvlies liggen reukharen. In de zintuigcellen die in de reukharen liggen ontstaan prikkels op het moment dat er geuende gassen bij komen. Er ontstaan dan impulsen die vervolgens via de zenuwen naar de hersenen worden geleid waar ze worden verwerkt. Zie hieronder een plaatje waarop het neusslijmvlies is aangegeven.

De tong

Ook de tong is een belangrijk zintuig voor het stokstaartje. Met de tong proeft het stokstaartje zijn voedsel. Ook weet het stokstaartje doormiddel van zijn tong of voedsel vergiftigd is of niet. 

 


Maak een gratis website Webnode